Gonda van der Zwaag (Heerenveen 1951) maakt al 40 jaar beelden vanuit een fascinatie voor de vergankelijkheid van het leven en de resten van dat leven die overblijven na de dood. Ze vormt haar beelden met natuurlijke elementen, die van dierlijke of menselijke origine zijn. De verschillende beeldvormen die Gonda in de loop van de tijd heeft gebruikt om haar fascinatie tot uitdrukking te brengen culmineren in haar laatste expositie uit 2020: De nuvere fȗgelwrâld.
Haar recente werk is een samenspel van naturalia waarin kleuren en materialen gebruikt worden die niet direct een verband houden met de originele objecten. Zo ontstaan nieuwe kleurrijke dieren, die multi-interpretabel zijn en wellicht aanzetten tot een reflectie op de dood. Bij elkaar vormen ze een wereld van imaginaire wezens die de vergankelijkheid lijken te tarten. De objecten hebben een spannende vorm gekregen en zijn soms zo ludiek, dat ze de aandacht afleiden van wat je eigenlijk ziet: de overblijfselen van dode dieren. Het skelet als onvermijdelijk verschijnsel van de dood verdwijnt min of meer naar de achtergrond. Het werk dwingt tegelijkertijd ook tot verwondering over de vernuftige mechaniek van de geraamten. Zoals in de laatmiddeleeuwse dodendansen waarbij alle standen aan elkaar gelijk zijn en humor een grote rol speelt, heeft Gonda hier een flinke dosis vrolijkheid aan haar universum toegevoegd. Dieren die vrijheid en onafhankelijkheid belichamen maar aan de andere kant toch ook heel kwetsbaar zijn. De dood als ernst en spel. Gedurende haar artistieke loopbaan heeft Gonda consequent dit pad en haar fascinatie voor de dood durven volgen.
Aansluitend op haar werk zingt Gonda liederen die gaan over vergankelijkheid en de dunne scheidslijn tussen leven en dood. Zij zingt deze met heldere en weemoedige stem.
Voor haar CV kunt u hier klikken.